Fiscale voordelen: loonbelasting
De kosten zijn aftrekbaar als bedrijfskosten en vallen niet onder de loonbelasting als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zie onderstaande informatie (bron: website van de Belastingdienst).

Arbo-verstrekkingen
Onder verstrekkingen of vergoedingen die niet als beloningsvoordeel worden ervaren vallen onder meer vergoedingen of verstrekkingen die samenhangen met verplichtingen van de werkgever op grond van de Arbeidsomstandighedenwet zonder dat de werknemer hierdoor een aanmerkelijke privébesparing geniet.

Stoelmassage
Een stoelmassage is onder de volgende voorwaarden een vrije verstrekking:

• U heeft als werkgever een arboplan.
• De stoelmassage maakt in redelijkheid deel uit van dat arboplan.
• De stoelmassage vindt tijdens werktijd plaats.
• De werknemer is geen eigen bijdrage verschuldigd.
• Er is geen sprake van een aanmerkelijke privé besparing voor de werknemer.

Als een werkgever NIET aan die voorwaarden voldoet (bijvoorbeeld omdat de medewerker een eigen bijdrage moet betalen), is er geen sprake van een ‘vrije verstrekking’ maar ‘loon in natura’. Dit valt onder de Werkkostenregeling (WKR). Afhankelijk van de omvang van de eigen bijdrage kan het bedrijf hierdoor zelfs duurder uit zijn! Er zijn gevallen bekend waarbij een bedrijf een fikse naheffing loonbelasting kreeg opgelegd.

Fiscale voordelen: omzetbelasting
De omzetbelasting (btw) over de stoelmassages is voor werkgevers aftrekbaar als voorbelasting, zie de volgende informatie:

OB: Aftrek voorbelasting masseren werknemer op de werkplek
Artikel 15 Wet op de Omzetbelasting 1968
Omdat de werkgever de stoelmasseur contracteert en betaalt, en dus afnemer is van deze prestaties, heeft de werkgever om die reden, op grond van artikel 15 van de Wet op de Omzetbelasting 1968, recht op aftrek van voorbelasting onder de genoemde condities. De 21% BTW die geheven moet worden op de factuur van de stoelmassage (inclusief reiskosten) is geheel verrekenbaar met de voorbelasting die uw bedrijf of instelling zelf in rekening brengt (officieel besluit Ministerie van Financiën d.d. 30 januari 2002, nr. CPP2002/292M).

Btw-compensatiefonds
Als gemeenten en provincies diensten of goederen extern inkopen, betalen zij daarover btw. In te-genstelling tot bedrijven kunnen zij die btw niet terugvorderen van de Belastingdienst. Extern ingekochte diensten zijn daarom al snel duurder dan intern uitgevoerde activiteiten. Dat is jammer, want vaak zijn externe partijen efficiënter in de uitvoering van bepaalde activiteiten.

Per 1 januari 2003 is daarom het btw-compensatiefonds ingevoerd. Uit dit fonds kunnen gemeenten en provincies de btw terugvragen die ze hebben betaald over uitbesteed werk. De directie begrotingszaken van het ministerie van Financiën is verantwoordelijk voor het btw-compensatiefonds. Voor fiscale aangelegenheden op dit terrein kunt u zich wenden tot uw belastinginspecteur.